Najaar 2017-H7 By admin on 11/10/2017 in Testvragen horend bij de FiMM cursus Uitleg De test bestaat uit een aantal vragen per hoofdstuk/onderdeel. Maak de test per hoofdstuk in 1 keer af en stop niet tussendoor. Je mag en kunt deze test per hoofdstuk maar 1 keer maken. Door het geven van het goede antwoord verdien je 1 punt. Het resultaat en de antwoorden krijg je direct na het invullen van alle vragen te zien, en krijg je per email toegestuurd. Let op Je mag de test maar 1 keer maken. Dus voor een goed resultaat neem je eerst de handleiding door en maak je daarna deze test. Start met het invullen van je naam en je emailadres. Klik daarna op volgende. Veel succes! Je naam Je emailadres 1. Voorbeelden van besmettingsbronnen zijn: handen, lucht, water, te warm afgestelde koelkast, onvoldoende verhitting.GoedFout2. Bederf (in het algemeen) van voedsel is alleen mogelijk als micro-organismen gaan groeien.GoedFout3. Een krop sla zal voornamelijk in de primaire fase besmet raken.GoedFout4. Als voedsel besmet raakt door mensen, dan is er over het algemeen sprake van een secundaire besmetting.GoedFout5. Als je minimaal 30 seconden je handen wast en daarna een desinfectiemiddel aanbrengt, ben je gegarandeerd van je residente handflora af.GoedFout6. Als vuistregel kun je aanhouden dat voedingsmiddelen bedorven zijn als er minimaal 10 miljoen bacteriën per gram of milliliter aanwezig zijn.GoedFout7. Raakt een product besmet met micro-organismen (bijvoorbeeld met 100.000 bacteriën) dan zal het hoe dan ook bederven als je het bewaart.GoedFout8. De intrinsieke, extrinsieke en impliciete factoren van een voedingsmiddel bepalen of groei van micro-organismen mogelijk is, en zo ja, welke soorten gaan groeien.GoedFout9. Geef van onderstaande keuzes aan welke niet tot de intrinsieke factoren behoort.RedoxpotentiaalTemperatuurStructuurConserveermiddelen10. Onder de extrinsieke factoren wordt verstaan alle invloeden van buitenaf die de groei van micro-organismen stimuleren, tegengaan of die zorgen voor afdoding.GoedFout11. Als bacteriën tijdens hun groei melkzuur vormen waardoor andere soorten micro-organismen in hun groei geremd worden, dan is er sprake van antagonisme.GoedFout12. Met de bederfassociatie wordt bedoeld:Alle micro-organismen op of in het product.De micro-organismen die kunnen uitgroeien in een product en leiden tot microbieel bederf.De schimmels die op het oppervlak gaan groeien. Dan is er sprake van bederf.13. Door de eigenschappen van een product in kaart te brengen en het bereidingsproces te beoordelen, kun je voorspellen welke (groepen van) micro-organismen gaan groeien en zorgen voor bederf.GoedFout14. Sporen van sporenvormende bacteriën overleven de gebruikelijke verhittingsprocessen als bakken en koken.GoedFout15. Microbieel bederf kun je tegengaan door:te zorgen dat producten zo min mogelijk besmet raken met micro-organismendoor de groei van micro-organismen te remmendoor micro-organismen te verwijderen (wassen, filtreren)door micro-organismen te dodenalle antwoorden zijn goedDank je wel voor het invullen van deze test. Druk nu op de verzend button hieronder. Je krijgt dan gelijk te zien hoe je de testvragen hebt gemaakt en wat je score is. Time is Up!
Comments are closed.